Vandaag ben ik veertig.
Veertig jaar geleden, om 10:15 uur, mocht ik mijn ogen open doen.
Geboren in de maritieme stad van Nederland — Den Helder — waar het geluid van meeuwen en marineboten vanzelfsprekend is.
Maar opgegroeid in de Wieringermeer, de allereerste polder van ir. Lely.
Vier meter onder NAP. Dat weet je daar. Dat voel je als kind.
Omringd door dijken, sloten, kanalen, gemalen — altijd water dichtbij.
En mensen die er al eeuwenlang voor zorgen dat het water zich aan óns aanpast, in plaats van andersom.
Opgroeien onder zeeniveau
Er zit iets in je lijf als je uit zo’n gebied komt.
Een besef dat alles wat er is, gebouwd is. Bedacht. Bestreden.
Dat je niets voor lief neemt. En dat als je iets wilt, je het vorm moet geven.
Dat is precies wat ik leerde.
Als kind al tekenen, bouwen, maken — van idee naar uitvoering.
En vandaag, op m’n veertigste, doe ik dat nog steeds. Alleen nu professioneel. In het groot. In opdracht.
Voor interieurs, tentoonstellingen en tijdelijke ruimtes.
Maar er is meer dan werk
Ik ben gelukkig.
Getrouwd met een prachtige vrouw. Vader van Tigo, die nu zes maanden is — en die mij dagelijks leert om opnieuw te kijken.
We hebben Pluk, onze trouwe viervoeter, en Nero, onze eigenwijze kat.
Ik heb een grote, warme familie en goede vrienden die ik koester.
Het leven is vol. Maar niet te vol.
Er is ruimte voor betekenis. Voor dingen die ertoe doen. Voor rust én reuring.
Terugkijken met een glimlach
Veertig is geen keerpunt. Het is geen crisis. Het is geen halverwege.
Het is gewoon nú. En als ik terugkijk op wat ik heb gedaan, meegemaakt en geleerd, dan ben ik oprecht trots.
Niet op alles wat ik bereikt heb — maar op alles waar ik mezelf in ben gebleven.
Of zoals ik graag zeg:
Veertig is de nieuwe veertiger.
Want wie wil er nou terug naar dertig? Ha!